De Biesbosch, een groen doolhof in Nederland Waterland

Nederland Waterland
Bijna één derde van Nederland ligt onder de zeespiegel. Logisch dus dat Nederland een lange traditie heeft in het bedenken van manieren om het water ‘buiten de deur’ te houden, want dat het risico op overstromingen groot is, bewijzen de vele grote en kleine watersnoodrampen uit de geschiedenis. Maar water kan zowel een vloek als een zegen  zijn. Dat besef komt je tegemoet, als je op verkenning gaat naar de Biesbosch…

De Sint-Elisabethsvloed
Waar vandaag de Biesbosch ligt, lag zo’n 600 jaar geleden een groot poldergebied dat 64 dorpen omvatte en door dijken omgeven werd.
Dit gebied, bekend onder de naam “De Groote Waard” leefde destijds van de landbouw en de veen- en turfwinning. Deze activiteiten verzwakten echter de dijken, die trouwens ook al slecht onderhouden waren. Er heerste immers al langer onenigheid omtrent het feit wie  nu eigenlijk voor het onderhoud moest opdraaien.
Een zware noordwesterstorm maakte een einde aan die toestand. In de nacht van 18 op 19 november 1421 begaven de dijken het en veranderde het gebied in een binnenzee. Naar schatting 16 dorpen en 2000 mensen  werden verzwolgen door de woeste binnenzee. Dit staat bekend als de Sint-Elisabethsvloed, omdat het op de feestdag van de H. Elisabeth plaatsvond.

Biezencultuur
Door deze ramp veranderde het gebied in een zoetwater-getijdengebied. Geleidelijk  na de ramp vormde zich echter weer land. De rivieren Maas en Waal, en ook de zee voerden met de waterstroom zand en klei aan.  De binnenzee werd steeds ondieper. Op den duur kwamen bij eb stukken land boven water. Op die plaatsen gingen er biezen en riet groeien. Deze planten staan graag met hun wortels in het water. De lokale bevolking zag er brood in en bouwde een biezen- en rietcultuur uit. Vooral biezen werden veelvuldig bijgeplant, om ze daarna te kunnen oogsten.  De Biesbosch heeft zijn naam te danken aan deze plant en de eruit voortvloeiende activiteit.

Grienden
Door verdere opslibbing werd het land hoger en droger, zodat het riet zich terugtrok en er wilgen begonnen te groeien. De mens paste zich aan en begon grienden aan te leggen. Dit zijn wilgenplantages, die ontstonden vanaf 1560. Zo’n 40 verschillende soorten wilgen werden er gecultiveerd. Eeuwenlang ging men hier mee door in de Biesbosch. De wilgentakken werden onder meer gebruikt voor het vlechten van manden. Daarnaast herstelde ook de landbouw zich geleidelijk.

Duitse bezetting
Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog viel het gebied ten prooi aan heel wat oorlogsgeweld. De Biesbosch stond bij de Duitsers bekend als een onherbergzaam gebied, een doolhof waarin ze zich niet waagden. Dus ging het gebied op slot. Al wie er woonde, moest zijn hebben en houden achterlaten en een ander onderkomen zoeken. Slechts een beperkt aantal arbeidskrachten mochten tussen zonsopgang en zonsondergang het gebied binnen. Onnodig te zeggen dat het gebied dus extra aantrekkelijk was voor het verzet. Tal van verzetsstrijders die het gebied goed kenden, waagden hun leven door mensen, medicijnen, voedsel en informatie via deze weg naar de geallieerden te brengen.

Deltawerken
In de nacht van 1 februari 1953 werd Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk getroffen door een grote watersnoodramp die definitief het karakter van de Biesbosch zou veranderen.
Alleen al in Nederland kwamen toen 1835 mensen om het leven. De eeuwige strijd tegen het water besloot men van toen af aan anders en grootser aan te pakken. Dit leidde tot het Deltaplan en de realisatie van de Deltawerken (meer info op  http://www.deltawerken.com) die over een periode van 25 jaar het laaggelegen Nederland voortaan moesten beschermen tegen overstromingen. Alle grote zeearmen werden daarbij geleidelijk afgesloten, zoals het Haringvliet door de Haringvlietsluizen in 1970. Met name deze laatste ingreep zorgde er voor dat de getijdenwerking aanzienlijk verminderde : van 2 meter bleef er afhankelijk van de plaats in de Biesbosch nog 20 tot 80 centimeter over. Dit had grote gevolgen voor de flora en fauna. Zo is de populatie van zoogdieren, zoals het ree en de vos toegenomen. Er leven ook meer kleine zoogdieren zoals woelmuizen en waterspitsmuizen, wat dan weer meer roofvogels heeft aangetrokken.

Nieuwe tijden

Omstreeks de tijd van de grote watersnoodramp ging het ook al economisch bergaf in de Biesbosch. Boeren en ambachtslui ondervonden meer en meer de concurrentie van nylon en plastic kunststoffen, waardoor de exploitatie van de grienden afnam. Daarnaast was het werk in de grienden zwaar en slecht betaald. Enkele exploitaties zijn behouden als oude ambacht. Ze moeten het cultureel erfgoed van de Biesbosch in stand houden. Ondertussen zijn de meeste grienden al jaren niet meer gehakt. Ze zijn doorgeschoten tot weelderige wilgenbossen met schots en scheef staande bomen. In deze bossen groeien nu zeldzame mossoorten en een jungle aan zeldzame planten. Het is ook het ideale leefmilieu voor heel wat bosvogels zoals roodborst, zwartkop, bonte specht,  buizerd en havik. Op economisch vlak was de rol van de Biesbosch evenwel niet uitgespeeld. Toen de getijdenwerking grotendeels stilviel, begon men spaarbekkens aan te leggen, die sinds 1973 goed gezuiverd Maaswater leveren aan waterleidingbedrijven in  Zuidwest Nederland.

Nationaal Park
Naast de veiligheid en het economisch belang kreeg tenslotte ook de natuur in de jaren 90 de nodige aandacht. In 1994 werd het Nationaal Park De Biesbosch opgericht. Het heeft een oppervlakte van 9000 ha. Verschillende belangenorganisaties, die gingen nadenken over natuurbehoud en tal van vrijwilligers  hebben de handen in mekaar geslagen om dit unieke en rijke deltagebied  te blijven beschermen en daar waar mogelijk te verbeteren. (meer info op  http://np-debiesbosch.nl) Zo heeft het Nationaal Park sinds 1988 bij wijze van experiment de verdwenen bever opnieuw naar de Biesbosch gebracht. Vijf beverparen werden uit het Duitse Elbestroomgebied uitgezet in de Biesbosch. Het werd een succes. Ondertussen leven al meer dan 200 bevers in het gebied. Ze hebben een heel nuttige functie in het beheer van de Biesbosch. Als vegetariërs houden ze voornamelijk van boombast, takken en twijgen en ze knagen weleens een ‘boompje’ om. Goed zo, want dan is er weer ruimte voor wat anders en blijft de natuur in balans!

Duurzaam toerisme
Hoewel men de natuur in de Biesbosch optimaal wil beschermen, is het geenszins de bedoeling het gebied hermetisch af te sluiten. Het  Nationaal Park De Biesbosch heeft zelfs een belangrijke recreatieve functie, die weliswaar in goede banen geleid wordt door het gebied in zones in te delen en te bepalen welke delen toegankelijk zijn en welke niet. Eén van de meest aangename manieren om het gebied te bezoeken is met een elektrisch aangedreven rondvaartboot. Vanzelfsprekend dienen rederijen en al wie in het gebied werkzaam is ook  het duurzaam toerisme te onderschrijven.

Heeft u interesse om een dagje Biesbosch te verkennen met uw groep of vereniging, dan kunt u ons contacteren op vaneykentours@skynet.be voor een daguitstap naar de Biesbosch.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *